vrijdag 29 mei 2009

Betje Polman(n)

Vinkenstraat 67
Betje Polman werd in de Westerkerk in den Helder gedoopt als Elisabeth Johanna Helena Frederica Polman . Zij werd op 4-8-1872 geboren. Haar moeder Elisabeth Eichenberg geboren 23-4-1852, overleed op 10-4-1873 slechts 20 jaar oud. Vader Johan Frederik Polman geboren 18-11-1841 hertrouwde 10 maanden later in Den Helder met Geertrui Johanna Amse geboren ca 1843. Betje kreeg 2 halfzusjes Clara Jacobina Bregetta 22-5-1880 en Wilhelmina Johanna Hendrika 18-8-1881. Zus Klaartje gaat in 1916 naar de Bilt en van zus Mientje heb ik niets terug kunnen vinden.
Het gezin verhuist voor 1880 naar Amsterdam en gaat wonen in de Vinkenstraat nummer 67 waar hij een winkeltje begint. In augustus 1882 word Johan lidmaat van de Hervormde kerk in Amsterdam.

Nadat haar vader op 31-8-1883 overleed kwam Betje, 11 jaar oud, ten laste van de Diaconie van de Hervormde gemeente. Haar zusjes, die dan 3 en 1 jaar oud zijn, blijven bij hun moeder en komen niet ten laste van de Diaconie




Diaconie weeshuis Amsterdam







Op 7 september 1883 wordt een inventaris van de boedel gemaakt van Johan en Elisabeth.
Deze bestaat uit:

1 zilveren zakhorloge met nikkelen ketting
4 stuks zilveren voorwerpen
4 gouden ringen
1 stel oorsieraden
en enige galanterieën
aan mansklederen was een waarde toegekend van 5 gulden
aan vrouwen klederen:
3 jurken
2 omslagdoeken
3 hoeden
5 hemden
5 rokken
4 broeken
3 borstrokken
3 jakken
5 boezelaars
5 paar kousen
12 zak- en halsdoeken
1 paar schoenen
en 1 paar laarzen waarde van de vrouwen klederen is 43 gulden 15
aan lijnwaden
6 bedlakens
6 slopen
4 tafellakens
en enig kindergoed waarde 9 gulden 90
verder 1 bed
2 peluwen, een kapok en een zeegras
1 hoofdkussen
1 wollen en 1 katoenen deken
1 lamp
2 tafels
1 buffetkastje
3 stoven
6 stoelen foto:stadsarchief Amsterdam Diaconie weeshuis
1 kist
1 fornuis
en wat winkelopstal en goederen
totale waarde 118 gulden en 55 cent. Er was ook een begrafenisfonds van 100 gulden.
Voor Betje werd buiten de inventaris gehouden een zilveren knipje, een flacon met zilver, 2 stel rode koralen met sluiting, een paar oorbellen en een gouden medaillon. Dit was haar erfenis.
Dan waren er nog wat schulden die betaald moesten worden. Van huishoudelijke aard was dat 115 gulden, aan de Graan en van Meegen 250 gulden, aan belasting 38,14 en voor de notaris stond nog een rekening open van 16,20.
Wat geeft aan gelden een negatief saldo. Opbrengst 218,55 en aan schulden 419,44 waardoor de boedel werd afgewezen.

Betje had na de dood van haar moeder als toeziend voogd Fredrik Wilhelm Vodegal schuitenvoerder wonende op de Prinsengracht 77 Amsterdam gekregen.
Na de dood van haar vader werd als voogd aangesteld haar oom Rudolf Willem Polman mr. Kleermaker. Hij woont in Eerbeek in Gelderland , heeft 3 kinderen in leven van de 6 en een vrouw in het kraambed. Geen ruimte dus voor een extra kind.
Stiefmoeder was dus ook niet van plan om voor haar te zorgen. Van de grootouders was alleen grootmoeder van vaderszijde in leven en die was al 80 jaar oud, deze kon dus niet voor haar zorgen. En de enige oom die ze had van moederzijde zat op zee.
Betje wordt opgenomen in het Diaconieweeshuis dat toen gevestigd was op de Amstel.

In 1918 trouwt Betje op 45 jarige leeftijd met de even oude Arij Bergwerf uit Maasland in Delft en neemt ze haar oude stiefmoeder in huis.
Deze overleed in 1935 te Delft op 92 jarige leeftijd, Betje heeft dus nog heel wat jaren voor haar gezorgd.