donderdag 4 juli 2019

Drenkelingen en matrozen in Durgerdam deel II. 1776-1793


Deel II van drenkelingen en matrozen in Durgerdam, na beschrijving van wat ze aan hadden en eventuele kenmerken werden ze op het kerkhoghof van Durgerdam begraven. Heel soms ging er een naar de plaats van herkomst zls ze wisten wie het was..Zoals bv een verdronken man uit Wieringen die nadat zijn broer de onkosten had betaald door zijn broer mee terug was genomen naar Wieriningen om daar begraven te worden.  Maar de meeste werden zonder naam begraven.



1776
26 april: Een drenkeling nakend met laarsen aan met hooge hielen en wit of grijze
              engelse kousen aanon de hals twee ebgelse doeken blauw en rood,
              een zeildoekse schort blauw craseij? Rokje, blauw streepte onderbroek
              zoo ver men konde bekennen
14 december: een verdronken manspersoon gekleed met een zeildoeks rokje met benen
                       knopen blauw camizool met kopere knoopen blauw of groene broek laken met kopere
                       knoopen een paar bleeke kousen witte onderbroek een blauw hembd met bene knoopje
                       een neusdoek om de hals en schoenen aan de voeten.
1777
13 oktober: een verdronken manspersoon aan hebbende een blauwe rok met bene knoopen
                   een linne kamizool met staale knoopen een zeemleere broek bleke kousen schoenen met
                   tinnen gespen en het merk op een lintje waarbij waaren twee sleutels en een signet
                   gegraveerd met een  troffeltje letters M I R
12 november: een verdronken jongeling na gissing 18 jaaren oud aanhebbende een barboens rokje
                       daaronder een wit rokje een barboes broek over denzelven een witte diti geen merk in ’t
                       hembd witte IJslandse kouzen aan de voeten en schoenen met veters een hembddoek van
                       bruin katoen met bene knoopen een zilveren knopen in het hembd
1778                 
06 april: een verdronken manspersoon aanhebbende een blauw baijtje zonder
             zonder knopen met groene voering, een diti zwart met ivooren beene knoopen
             een derde diti gestreept met beene knoopen, de merk voor op de borst van
             ’t hembd , met een langetta boortje op het selve, een paar gouden knoopen
              in het hembd een gecouleerde broek een paar swarte kousen daar onder een
              paar IJslandse dito zonder schoenen   
09 juni: een verdronken manspersoon aan hebbende een wit linnen duvelsterke baaijtje
              een dito gestreept en bont hembd een swarte zijde halsdoek gestreept een witte linnen beschiete broek
              een streepte onderbroek een paar witte IJsalndze koussen een paar schoenen met loode gespen
              met staale of kopere beugels en de eerste vinger van de linkerhand met een lidteken dat
             begroeid was.
1779:
13 april: een verdronken manspersoon aan hebbende een gecouleurd cartaaij baaitje een diti gestreept
              een zeildoekse bovenbroek een dit gestreepte onderbroek een paar witte leerskousen schoenen
              met veters een blauwe doek om de hals In zijn hembd een paar doorsigtige zilverenknopen
09 juli: een manspersoon van het schip de vrouwe Niza schipper Fokke Heere genaamt Harme Hanten
06 augustus: een zoon van Jan Janze Schipper van Makking aan de kinderpokken te Durgerdam
                     overleden
19-september: een kindje van IJsbrand Gerritsz Swart snik schipper van Schiermonnikoog alhier
                        overleden
1780
29 februari: een matroos van het schip … capt. Jan de Weede
02 mei: een matroos van ’s lands oorlogschip de Tetis leggende voor Durkerdam
04 augustus: een verdronken manspersoon aan hebbende een rood Baaitje een streept linne Baaitje een
                     streept hembd hemerkt J v B een witte linne bovenbroek een streept onderbroek een
                     bomzijde  bovenbroek een roodbonte doek om de hals zwarte koussen aan de beenen en
                     schoenen met ….beke
                     gespen ook de gespen van de broek en bij hem bevonden fl25:7:8
17 augustus: een man van commandeur Jan Bont genaamd Manglis Theunisz van ’t schip de
                      Onderneming
19 augustus: een bovenlander leggende bij Jan Gruninges huis genaamd Karel
28 augustus: Minne Bakker van het schip de Jager van Groenlandt commandeur Jochum Blauwboer
27 september: een matroos van het schip de  twee gebroeders capt. P: Frederik Edlof
                      ( voor meer over de capitein zie de Sontregisters)
1781
19 maart: Begraaven een verdronken manspersoon aan hebbende een blauwe rok diti trijpte broek een
                rood  baaitje daar onder een cits een zijde doek om zijn hals aan de beenen gecouleurde laars
                kousse zilveren gespen aan de broek en schoene met schaatze aan de voeten en in zijn zak aan
                geld vijftien stuivers en aantal penningen
05 april:Is opgebragt en begraaven een verdronken manspersoon aan hebbende een blauw baaitje een dito
                 bomzijde rokje een blauw streept baooitje een lakens baaitje een bomzijde bovenbroek een bont
                 hembd een blauwe tweed broek bruijne IJslandsche koussen schoenen met zilveren gespen en in de
                 zak 5 duiten om de nek een rood bonte doek.
24 mei hemelsvaartdag: is gevonden opgebragt en begraaven een verdronken persoon een Swart, aanhebbende
                 een blauw gestreept baaitje een donker bont hembt een witte muschite broek om zijn hals een swarte
                 doek en witte IJslandsche koussen aan de beene in zijn sak een stuijver en een tinnen gesp
11 juni: een verdronken manspersoon, aan hebbende een rood baaitje, een dito gestreept, een bovenhembd
              een rood bonte doek om de hals, een streepte musschite broek, een dito blauwe tweed broek witte
             streepte koussen, en schoen met ijzere gespen in de sak 3 gld 12 stuijvers
1782
08 mei: een matroos van het schip de Margaretha capt. Jan Reinders liggende op Pampus
             genaamt Coert Middeldorp
06-juni: een man van ’s lands schip het Hof Souburg capt. Peldt. Genaamt Tames Brinkmeijer
15 juni: een verdronken manspersoon, aanhebbende een bruin Larentse rok of kap, blauw baaitje dit gestreept
             hemd, een blauwe broek en IJslandse koussen schoenen met tinnen gespen
15 juni: twee manspersonen van ’s lands schip het Hof Souburg capt P H van Pelt leggende voor Durgerdam
             hunne namen zijn Jan Clonder en Jan Visser
30 juni: een man van voornoemd schip genaamd Jan Scholder
08 augustus: een verdronken manspersoon befraaven aan hebbende, een paars boven baaitje daar onder dito
                      blauw somese kaminsooltje het hembd gemerkt S W een swarte trijpense broek blaauwe streepte
                      koussen en schoene met tinnen gespen aan de voeten
03 december: een man van een schip op Pampus genaamt Isaac Kresming
1783
14 mei: een matroos can capt. Carsten kors genaamt Hendrik de Vries leggende voor Durkerdam
20 augustus: een soldaat genaamt Grimsichuisen bam het lands schip de Argo capt H. Reintjes
1784
17 april: een man van het schip de Jager commandeur Jochum Blauwboer genaamt Jan
27 april: een verdronken manspersoon aan hebbende couleurde rok, camisool en broek, bruine
              blauwe slobkousen daaronder bleeke blauwe diti aan de broek zilveren gespen en op de
              schoenen diti met stalen beugels. Een blauwe damastte hembdrol en zilveren knoopjes in de mouwen
              van het hembd dat ongemerkt was, in de zakken gevonden een mes een zakdoek een roomsch
               hoogduitsch gebedenboek een paar mouwen en 23fl 12p:
29 april: een verdronken manspersoon aan hebbende een blaauw baaitje een boedoese broek, aan de beenen
               ijslandsche koussen en leere sloffen aan de voeten en een blauw streepte onderbroek, een rood boven
               baaitje een blaauw streept onder baaitje en in de zak een mes en een tabkasdoos
01 mei: een verdronken manspersoon aan hebbende een blaauw boven baaitje met witte voering daar verder nog
             een dito met witte voering om de hals een swarte doek, aan het lijf een lange blaauwe duffelse broek
             daar onder een blauw trijpste diti en witte kousse aan de beenen en schoenen mat ronde zilveren gespen
waarvan een tong gebroken was, zijnde met dubbele tongen, en in zijn hembds mouwen zilveren
             knoopjes twee aan twee en in de sak 9fl 8 penn. Met een kwart van een spaanse mat
11 juni: een verdronken manspersoon aan hebbende een blaauw boven baaitje een dito getreept, een bont hembt
              ongemerkt een swarte broek en witte maaijers koussen schoenen met tinne gespen in de sak 1 stuijver.
22 juni: een verdronken manspersoon aanhebbende een blaauw boven baaitje, een dito paars gespikkeld, een
             witte lange broek, een dito gestreepte met tinnen gespen, aan de beene grijs witte kousen en schoenen
              met tinnen gespen
1785
25 april: een drenkeling begraaven aan hebbende een blaauw carsaaije baaijtje met witte baaije voering  een
              dito blaauw streept, een dito rood streept geen merk in het hembd, een paarse zijde doek om de hals,
              een streepte blauwe onderbroek, een swarte trijpste bovenbroek een zeildoekseschort voor het lijf
              ve?rooze of laars koussen aan de beenen, schoenen met zilveren gespen aan de voeten in de sak
              3 stuijvers en 6 penn. En een knipmes
              (in de kantlijn deze is opgevraagd en een doodsakte gepasseerd aan Catharina Lindeboom)
26 mei: een verdronken mans persoon begraaven, aan hebbend een linne boven baaijtje daar onder een
             gecouleurde damast hembdrok met allerlije knoopen, een swarte sergize broek met witte lappen        
             gelapt, twee paar koussen aan de beenen, bruine verbleekte schoenen een de voeten met ronde
             tinne gespen in de sak aan geld f0:7:12
15 augustus: een timmerman van Commandeur Barend Hend. Badeker genaamt Cornelis Bakker van een
                     Groenlandvaarder op ’t Pampus
1786
05 mei: Een man van ’s lands oorlogschip het Zeepaard leggende op Pampus genaamt Gustaaf Cham
14 mei: een matroos van ’s lands oorlogschip de Meermin liggende op Pampus
25 juni: een verdronken manspersoon begraaven aan hebbende, een blaauw duffels kammsooltje, een blaauw
             streept onderbaaijtje, een paar schoenen met tinne gespen een paar diti aan de broek, een rood bont
             onderhemd, een swart taane bovenbroek en in zijn sak aan geld fl3:13:14
02 augustus: Hendrik Otje van een groenlandvaarder leggende voor Durgerdam
11 augustus: een matroos van ’s lands schip van oorlog Capt. Van Braam
26 augustus: Dirk Mazeran van Oostind.comp: schip leggende voor Durgerdam
24 oktober: Louwrens Walwerk van ;t oostind: comp: schip de Leviatan
1787
04 april: een verdronken manspersoon opgebragt aan hebbende een boeboese bovenrok en dito broek
              een blaauw damast baaijtje met swarte hoorne knoopen. Een rood baaijtje met veter toegeregen
              een wit hembd gemerkt H K met gouden knoopen daarin, een blaauw streepte onderbroek,
              lood couleurde koussen aan de beenen, een mes in de sak van zilver en paarlenmoer
              een paar stukken geld tot knoopen in de broek aan een schalm, een staale krurketrekker in de sak,
              een zilveren horlogie met dito ketting daar aan een signet gemerkt H K en een beurtschip, in de sak aan
             geld fl8:4:2 na gissingen Hendrik Koopman
06 juni: Opgebragt door Corn. Jansz van Grootebroek een verdronken manspersoon aan hebbende
             een blaauw duffelsz rok, een bruine lakenze bovenbroek, een blaauw sergis boven baaijtje, een bruin
             onderbaaijtje, laken streept peper en sout koussen aan de beenen en schoenen met  zilveren gespen|
             aan de voeten daar op stond I K, een blaauw streept onderbroek, een blaauwe doek in de sak met
              nog 3 schellingen en 3 duiten of fl0:18:6 ook een mes in een schede waar op staat 1787
1788
25 januari: een verdronken manspersoon het hembd gemerkt H I M 3
05 februari: een verdronken persoon op gebragt zijnde jong moeder naakend
23 april: is opgebragt een verdronken manspersoon aan hebbende, een wit boven baaijtje daaronde een dito
               gestreept, een couleurde bomeijde bovenbroek een dito gestreepte onder broek aan de beenen
              koussen met streepen, witte onder koussen en schoenen met tinne gespen aan de voeten
              het merk in ’t hembd was P M (in het schemerligt begraaven)
15 juli: is hier opgebragt een verdronken Jodin genaamt Judik Polick en na de visitatie overgeleverd aan haar
             man Gerrit Mosis woonachtig op Uilenburg te Ansterdan, dese vrouw was gekleed aan de beenen
             blauwe koussen geen schoenen aan de voeten in de sak 2 sleutels en 11 stuijvers 4 penn: een swarte
             engelse rok en dito witte onder. Een lintjes jak met lubben een witte boezelaar, goude bagge in de ooren
16 juli: is opgebragt een mans persoon verdronken aan hebbende een blaauw lakense rok, een witte marsesje
            baaijtje een dito gestreepte, een swarte fluweele bovenbroek met zilveren gespen, swarte boven koussen
             witte onderkousen en schoenen met zilveren henrigentse? Gespen
             een zilveren horlogie met een staalen ketting daaraan een zilveren sleutel en zilveren signet met de
             letters J B met aan geld fl1:17:12, een blaauw streepte onderbroek, een half hembd met zilveren
             knoopjes in de mouwen gemerkt E M de sakdoek gemerkt I M B het merk der boord mouwen was I T
             zijnde deze persoon geweest Evert Matthijsse waaonachtig te Amsterdam
16 juli: is opgebragt een jong verdronken meisje na gissinge oud 14 a 15 jaaren, aan hebbende een wit
             gebloemde jak, een blaauwe streept borstrok, een gebloemde sarasse rok, een dito witte marsejes, een
             dito rood baaije, witte koussen aan de beenen geen schoenen in haar sak 4 bikkels met een stuitertje
             en ornaje mofjes, geen merk in het hembd, op ’t hoofd een oude gaaze muts
1789
17 april: een verdronken manspersoon opgebragt: aan hebbende een bruijne lakense rok een bomezije broek ,
              swarte koussen en schoenen met stalen gespen een bommesije baaijtje zonder mouwen een rood
              baaije onderbroek en in de bovenbroek een paar zilveren stukken aan een schalm, in de zak een
              pijpedoos en een blikken tabaksdoos, in de zak een zilveren knipbeursje daarin aan geld fl8:13:10
              een blaauw streepte borstrol om de hals een blaauw streepte zijendoek een wit hembd gemerkt P B
10 mei: een verdronken manspersoon opgebragt aan hebbende een blaauw baaitje een bond hemnd een witte
             onderbroek en een zeildoekse broek
11 juli: een verdronken manspersoon opgebragt aan hebbende een linne baaitje een zeildoekse lange broek geen
               koussen schoenen met touwtjes aan de voeten een wit hembd gemert M P
03 september: een matroos van ’t oostind: schip Voorschooten leggende op Pampus genaamt David Riebeek
1790
18 maart: is opgebragt een verdronken manspersoon aan hebbende een blauw boven baaitje een lange blaauwe
                duffelse broek een swarte sasnette door onder, ook blaauwe getrippelde koussen en schoenen aan de
                 voeten met een ijzeren gesp een bond hembd gemerkt G M  en nagedachten George Mento, in de zak
                aan geld fl1:9:- met een sleutel em de hals een rood bonte doek
03 april: een verdronken manspersson opgebragt, aanhebbende een zeildoekse boezeroentje, een dito bovenbroek
               daar onder een lange bruine broek, een zeildoekse rompie of gezondheid, een bont gestreept rompie,
                een blauw baaitje, een bont hembd, een swarte doek om de hals, een paar IJslandse koussen aan en
                schoenen ,met gespen in de zak 2 messen en een splitsboor
10 mei: is opgebragt een verdronken jongeling welke volgens aan geslaagen billetten en het merk in het hembd
               gevonde dat P I K F, was, geweest is van het eiland Wieringen het welke door den broeder is bekend
               die ook alle onkosten heeft voldaan
15 september: Is opgebragt een verdronken manspersoon aan hebben de een bedelaars gestreept baaitje een
                        boezelaars bovenbroek een blaauwe streeote onderbroek en aan de beenen ijslandze koussen
                       een wit hembd gemerkt I C B met zilveen knopen zonder schoenen en in de zak kamme
                        met 12 stuijvers
1791 niemand
1792
08 december: is alhier opgebragt een verdronken manspersoon en door Jan Korff na het eiland Wieringen
                       gebracht het werk in het hembd was M R of Minne Rotgans
1793
04 augustus: een verdronken manspersoon opgevist door Cornelis Posch en alhier begraaven en dezelve
                     bevonden een blauwe sarsie rok, een stoele matters streept baaijtje, een dito baaijtje, een wit
                     hembd, een linne broek, blaauwe sijette kousen een paar schoenen met koopere gespen
                     een lederen riem om ’t lijf daar in de navolgende drie guldens daalders en guldens te
                      zamen in waare                       fl 142:-:-
                      een luikse rijndaalder               fl     2:10:-
                      een agten 20                           fl     1:8:-
                      een halve gouden rijder            fl      7:-:-
                      een gouden dukaat                  fl       5:5:-
                      wwn buultje daar in eenig
                      losgeld was te samen                fl       6:3:- 
                                                   in ‘t geheel  fl  164:6:-
 07 augustus: een verdronken manspersoon gevonden te Durgerdam begraaven gevisiteerd door
                      schout en geregte van de banne van Ransdorp en aan dezelve de kleedren na gezien
                      te hebben bevonde, een blauw kassaij baaijtje, een blauw sansie baaijtje, een wit hembt
                      gemerkt I I, 1771, een wit linnen boven broek met twee zilveren knoopen daarin,
                      een paar gouden knoopen in ’t hembd, een bomsije broek, een paar donker bruine kousen
                      aan de beene, een blauw bonte zakdoek, een beyrs daarin veertien en ¼ stuijver
                      gevonden door schipper Jan Bruijnman woonagtig te Kolhorn
1794

10 maart: een kindje van schipper Harmanus Loelofs van Meppel leggende in de haven
03 juni:  een verdronken manspersoon aan gebragt, aanhebbende een blauw duffels rokje met swarte
               beenen knoopen, damast blauw hembdrok met zilveren knoopen, Swart satinerte broek met
               hoornse knoopen, swarte kousen en zilveren gespen op de schoenen, een rood bonte doek om
               de hals in de zak een paar zilveren broek gespen een bonte zakdoek een zwarte blikken  tabaks
                doos en een slaapmus in de zak onder ;t hembdrok een wit wolle baaijtje, om de hals een
                stropje, nog in de zak een paar goude knoopen ,et een zilvere horlogie en een brieventas met
                zijn naam I B   
Dit merk meede in \’t hembd en bij zig aan geld fl12:1”14

                in de kantlijn staat ”zijn naam Ille Banker                                                                                               71967

Geen opmerkingen: